De openbare ruimte als plek om te spelen, ontmoeten, bewegen en sporten is in het Corona-tijdperk door veel mensen ontdekt. Welke lessen kunnen we leren tijdens dit bijzondere tijdperk over de waarde van een beweegvriendelijke openbare ruimte?
Door de corona crisis is sporten en bewegen, zowel binnen als buiten, een uitdaging gebleken. De Vereniging voor Sportgeneeskunde adviseert om te blijven bewegen; de positieve effecten van bewegen op gezondheid zijn immers bekend. Er wordt inmiddels ook aangegeven dat bewegen een beschermend effect heeft tegen de negatieve fysieke, mentale en sociale gevolgen van het coronavirus. Kortom, blijf bewegen!
De corona maatregelen zijn inmiddels flink versoepeld, waardoor buiten en binnen sporten weer toegestaan is onder bepaalde restricties. Doordat buiten simpelweg meer mag, is er een nog sterkere rol weggelegd voor sporten en bewegen in de openbare ruimte (BIOR). Belangrijk voordeel van bewegen in de openbare ruimte is dat het inclusief is en geen onderscheid maakt tussen bijvoorbeeld rijk-arm, jong-oud, waarmee het ongelijkheid verkleint. De openbare ruimte is in principe toegankelijk voor iedereen en is in de corona tijd ook meer ontdekt door inwoners. De vraag is echter hoe nog meer (vooral inactieve) mensen blijvend verleid kunnen worden om (meer) gebruik te maken van deze openbare ruimte.
Hoe kunnen we de tijdelijke aandacht voor de waarde van bewegen in het algemeen en in de openbare ruimte in het bijzonder, omzetten in structurele aandacht? En welke belangrijke rol hebben professionals hierin? Lees de blog hier op de website van de Hanzehogeschool Groningen.
Auteurs:
Berry van Holland, docent-onderzoeker lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap
Magda Boven, docent Sportkunde/onderzoeker lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap
Mieke Zijl, docent-onderzoeker lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap